Huishoudelijk reglement

Dit document is opgesteld voor Nuna kinderopvang. Het is van belang dat iedereen zich aan de huisregels houdt. Dit draagt bij aan de kwaliteit van onze opvang! Alle risico’s op het gebied van VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSMANAGEMENT zijn in de huisregels meegenomen.

 Algemeen

  1. Nuna kinderopvang is een openbare ruimte; binnen en nabij het pand is het niet toegestaan te roken. Personeel dat rookt kan buiten de hekwerken van Nuna kinderopvang roken. Echter niet voor de ingang.
  2. Sigaretten liggen achter slot en grendel.
  3. Op de groepen zijn geen lucifers en/ of aanstekers aanwezig.
  4. Slaan is in geen enkel opzicht toegestaan.
  5. Pesten is in geen enkel opzicht toegestaan PROTOCOL: PESTEN
  6. Kinderen mogen geen huisdieren van huis meenemen.
  7. De groepsruimten dienen aan het eind van de dag opgeruimd en schoon achtergelaten te worden.
  8. Elke (pedagogisch)medewerker heeft een geheimhoudingsplicht. Er wordt geen informatie aan derden gegeven die niet voor hen bestemd is.
  9. Er wordt niet over kinderen gepraat met andere ouders/ verzorgers dan de ouders/ verzorgers van het kind zelf.
  10. Er worden geen collega’s met ouders/ verzorgers besproken.
  11. Er worden geen collega’s met collega’s besproken.
  12. Er wordt geen kritiek geuit op de organisatie en het beleid van de organisatie naar derden.
  13. Zorg voor een open, vriendelijke en actieve houding.
  14. Tijdens werktijd mag er geen alcohol worden genuttigd.
  15. Veiligheidsmankementen zoals vingerstrips, afdekplaatjes stopcontacten, oneffenheden in de vloer, verlichting, ramen, sloten, bedden spijlen etc. direct melden bij locatiemanager.
  16. Oneffenheden op de muur verwijderen indien mogelijk, anders melden bij locatiemanager.
  17. De thee/ koffie wordt in thermoskannen op het aanrecht binnen de groepen gezet.
  18. Waterkoker blijft te allen tijde in de personeelskeuken.

Entree/ gang/ overloop

  • De ingang is voor de ouders/ verzorgers open, wanneer er een medewerker achter de balie aanwezig is. Deze deur dient goed gesloten te worden. Attendeer iedereen op het belang van het sluiten wanneer iemand constateert dat dit vergeten wordt.
  • De kinderen mogen niet rennen in de entree, gang en overloop.
  • Kinderen mogen niet zonder toezicht in de entree, gang en overloop spelen.
  • Iedereen moet alert zijn op de vingers van de kinderen bij het sluiten van de deuren.
  • Kinderen mogen niet spelen met de deuren.
  • De kinderen mogen in de entree, gang en overloop.
  • Er wordt in de entree, gang en overloop niet met speelgoed gegooid (ballen e.d.).
  • Er worden geen schoonmaakmiddelen in de gang achter gelaten. Ruim deze na gebruik weer op.
  • Geen tassen (waar sigaretten en/of medicijnen inzitten) op de entree, gang en overloop laten liggen.
  • De fietsen kunnen worden neergezet in de daarvoor bestemde fietsenrek.
  • Kinderen komen niet zonder toezicht op kantoor.
  • De kantoorruimte zijn bij afwezigheid gesloten.
  • De meterkast moet te allen tijde gesloten zijn.
  • Bij binnenkomst (en gedurende de dag) controleren op kleine voorwerpen.
  • In de entree, gang en overloop geen speelgoed.
  • Kinderwagens blijven buiten.

Centrale keuken

  1. De centrale keuken is geen ruimte waar kinderen vaak komen. Soms mogen de kinderen mee met een pedagogisch medewerker om fruit of andere voorraad te halen. Kinderen komen daar nooit zonder toezicht.
  2. De schoonmaakmiddelen staan hoog in/ op een kast.
  3. Geen plastic zakken in de keuken bewaren.

Op de groep

Openen

  1. Van 7.30 – 9.30 uur worden de ouders/ verzorgers ontvangen. 
  2. De medewerkers hangen hun jassen in de hal, waar de kinderen niet bij kunnen.
  3. Tassen worden buiten het bereik van de kinderen opgeborgen.
  4. Bij het openen ziet de groep er aantrekkelijk en uitnodigend voor de kinderen uit (stoelen van de tafels, speelgoed op de tafels, e.d.).
  5. Er wordt voldoende tijd gevraagd van de pedagogische medewerkers om de kinderen ’s morgens op te vangen en een praatje met de ouder(s)/verzorger(s) te hebben.
  6. De aan- en afwezigheid van het kind dient te worden geregistreerd op de betreffende aanwezigheidslijsten.
  7. Rond 9:30 uur begint het dagprogramma.
  8. Wij volgen het PROTOCOL: VIEROGEN BELEID.

Hygiëne kinderen en pedagogisch medewerkers

  • Iedereen werkt volgens het  PROTOCOL VOEDSEL EN HYGIENE van Nuna kinderopvang. 
  • De pedagogisch medewerkers leren de kinderen de volgende gedragsregels;
    • Grote kinderen leren om in de elleboog te hoesten en niezen.
    • Iedere baby krijgt een eigen slab/ spuugdoekje/washandje. Deze worden na gebruik in de was gedaan.
    • De handen van de kinderen schoonmaken of zelf laten wassen bijv. als deze tijdens het hoesten en niezen vuil zijn geworden.
    • Medewerkers en kinderen regelmatig de neus te snuiten.
    • De kinderen leren hoe ze hun handen moeten wassen, hulp geven waar nodig en controleren.
  • Zorg ervoor dat er altijd vloeibare zeep op de toiletten aanwezig is. 

Verzorging/begeleiding kinderen:

  1. Kinderen worden niet aan de handen opgetild (dit i.v.m. het zondagsarmpje)
  2. De kinderen worden op vaste tijden verschoond, zo nodig vaker.
  3. Geen kleine voorwerpen op het aankleedmeubel laten liggen.
  4. Bij gebruik van de aankleedtafel: altijd bij het kind blijven staan. Pak eerst de benodigdheden (bijvoorbeeld mandjes met luiers) en leg dan het kindje op de aankleedtafel.
  5. Medewerkers lopen nooit bij het aankleedtafel weg! Ze zorgen dat ze altijd alles bij de hand hebben voordat ze het kind gaan verzorgen
  6. De kinderen klimmen alleen onder toezicht van een pedagogisch medewerker op het aankleedtafel.
  7. Schuif de trap van de aankleedtafel na gebruik weer in.
  8. Lotions, alcohol e.d. staan hoog op een plankje, zodat de kinderen niet kunnen pakken.
  9. Na het buitenspelen worden de handen altijd gewassen of schoongemaakt met een washand.
  10. Voor en na het eten worden de handen gewassen of schoongemaakt met een washand. Ieder kind heeft een eigen washand.
  11. De kinderen worden om rond 16:30 uur nog even door de medewerkers verschoond en hun gezichtjes worden schoongemaakt.

Voedingsbeleid volgens voedingscentrum:

  1. Kinderen worden gestimuleerd met eten, niet gedwongen.
  2. Kinderen zitten tijdens het eten. Kleine kinderen, afhankelijk van de motorische ontwikkeling, zitten niet aan de buitenkant van de bank.
  3. Kinderen eten eerst een boterham met hartig. Daarna mogen zij wat anders kiezen.
  4. De boterhammen worden van een bordje gegeten.
  5. Bij de opvang wordt het fruit van een bord of uit een bakje gegeten.
  6. Kinderen die nog niet ‘netjes’ kunnen eten krijgen een slab om.
  7. Er wordt zoveel mogelijk gezond gegeten op het kinderdagverblijf. Dat betekent zo min mogelijk zoetigheid, dus geen snoep (met uitzondering van verjaardagsfeestjes).
  8. Ouders/ verzorgers worden gestimuleerd om gezonde traktaties mee te geven.
  9. Medewerkers zetten de thee/ koffie niet zonder toezicht op de tafel maar op een kast/ aanrecht, waar kinderen niet bij kunnen. Als de medewerkers met de kinderen aan tafel zitten, bijvoorbeeld tijdens het eten, dan drinken de medewerkers uit een plastic beker en laten deze niet onbeheerd staan.
  10. Gedurende de dag wordt frisdrank niet genuttigd voor de ogen van de kinderen. Frisdranken bijvoorbeeld tijdens de lunch worden ook zoveel mogelijk uit het zicht van de kinderen genuttigd.
  11. De kinderen zitten als ze eten en/ of drinken.

Slapen:

  1. Wij volgen het PROTOCOL VEILIG SLAPEN
  2. Kinderen zijn niet zonder toezicht in de slaapkamer wanneer ze niet in bed liggen.
  3. De kinderen worden goed onder toezicht gehouden (regelmatig in de slaapkamers kijken of door middel van een babyfoon).
  4. De slaapkamers worden dagelijks geventileerd.
  5. In de warme zomermaanden worden de ramen ’s morgens bij binnenkomst opengezet. Wanneer geen kinderen op de slaapkamers aanwezig zijn, worden de deuren opengezet. Temperatuur wordt in de gaten gehouden. Zie ook PROTOCOL: WARMTE EN ZON
  6. Alle kinderen hebben een eigen bedje. Het kan wel zijn dat twee kinderen op verschillende dagen het bedje delen. Deze wordt voor gebruik verschoond.
  7. Bij de babygroep: ouders/ verzorgers tekenen voor toestemming op voor het inbakeren van hun kind via een bijlage het intakeformulier.
  8. Bij de babygroep: alleen baby’s inbakeren met de inbakerdoeken. Zie ook het PROTOCOL: INBAKEREN
  9. Bij de babygroep: de baby’s slapen op hun rug. Wanneer baby’s op hun buik slapen, tekenen de ouders/ verzorgers hiervoor via een bijlage bij het intakeformulier.
  10. Kinderen met koorts niet warm toedekken.
  11. Voordat de kinderen naar bed gaan worden de kledingstukken met koordjes of capuchon uitgetrokken. Kinderen liggen zonder koordje aan hun speen of iets dergelijks in bed.
  12. Er hangen geen mobieltjes of andere speelgoed met koorden in de bedden.
  13. Kinderen tot 2 jaar slapen in een slaapzak of onder een laken. Vanaf 2 jaar mogen kinderen onder een dekbed slapen.
  14. De slaapkamers worden gecontroleerd op speelgoed dat eventueel op de grond ligt en waar men over kan struikelen.
  15. De slaapkamers steeds controleren op kleine voorwerpen zoals haar elastiekjes, speldjes etc.
  16. De kinderen die wakker zijn, worden uit bed gehaald.
  17. Bij het sluiten van de bedden goed controleren of het bedje dicht is gedraaid en er geen beddengoed tussen zit.
  18. Bij de open bedjes blijven staan, tot dat ze goed gesloten zijn.
  19. Mankementen (ook oneffenheden en/of scherpe randen) aan het bedje worden op kantoor gemeld. Totdat het probleem verholpen is, mogen er geen kinderen in dat bedje slapen.
  20. Kinderen mogen niet staan in de bedden.
  21. De ramen worden voor het naar buiten gaan, gesloten.
  22. Bedden mogen niet verplaatst worden.
  23. Bedje kort opmaken, zodat de voetjes tegen het voeteneind liggen.

Opruimen:

  1. Voordat de kinderen aan tafel gaan of een andere activiteit gaan doen, wordt met alle kinderen opgeruimd.
  2. Leer de kinderen waar het speelgoed moet worden opgeruimd en laat ze niet alles in de kast gooien.

Muziek:

  1. De muziek die geluisterd wordt, moet functioneel zijn voor de kinderen. Dit betekent dat je op dat moment actief met de muziek bezig bent. Denk aan actieve dans, zang- en bewegingsspelletjes of verhaaltjes.
  2. De muziek staat tijdens het eten en drinken uit. Wanneer er muziek aan staat tijdens de haal- en brengmoment, staat deze niet te hard.

Activiteiten:

  1. Er wordt zo mogelijk elke dag een activiteit georganiseerd.
  2. Bij activiteiten buiten het kinderdagverblijf wordt de veiligheid van de kinderen goed gewaarborgd. Wij volgen het PROTOCOL: BUITEN SPELEN EN UITSTAPJES

Gebruik van de leefruimte:

  1. Houd de leefruimte schoon, overzichtelijk en veilig. Geen voorwerpen voor de vluchtgangen.
  2. De wieltjes van de tafels en kasten dienen te allen tijde onder de poten en/of kast te worden gedraaid. Deze mogen niet uitsteken.
  3. Geen voorwerpen in de box leggen waar kinderen op kunnen klimmen.
  4. Geen kinderen in de box zonder toezicht.
  5. Alert blijven wanneer kinderen onder de box spelen (i.v.m. stoten) en leer oudere kinderen niet te gaan staan onder de box.
  6. Kinderen zitten vast met een tuigje in de kinderstoelen.
  7. Kinderen zitten niet zonder toezicht in een kinderstoel.
  8. Zorg dragen dat kinderen die in een kinderstoel zitten, zich nergens tegen kunnen afzetten. 
  9. De loopauto’s worden onder toezicht van de pedagogisch medewerkers gebruikt.
  10. De eetbanken worden niet los in de ruimte gezet. Dit i.v.m. het gevaar van omvallen wanneer de kinderen eraan gaan hangen.
  11. Groot speelgoed wordt hoog neergezet en door de pedagogisch medewerkers op de grond gezet.
  12. Kinderen mogen niet op of in de kasten klimmen.
  13. Speelgoed kleiner dan 3,5 cm mag niet op de groepen met kinderen jonger dan 3 jaar.
  14. Het materiaal voor kinderen vanaf 3 jaar worden alleen onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers gebruikt, wanneer zij op de groep zelf blijven.
  15. Kapot speelgoed wordt weggehaald.
  16. Spenen controleren op scheurtjes en ouders waarschuwen wanneer er scheurtjes in de speen zitten.
  17. Koordjes aan speelgoed mogen niet langer zijn dan 22 cm i.v.m. verstikkingsgevaar.
  18. Na de eet-en drinkmomenten worden de tafels schoongemaakt en zo nodig de vloer geveegd.
  19. Bij het morsen van iets nats direct schoon/ droog maken om uitglijden te voorkomen.
  20. Het aanrecht wordt na ieder gebruik schoongemaakt.
  21. Het schoonmaken van het speelgoed wordt bijgehouden op een schoonmaakschema in de rode map op de groepen.
  22. Binnen wordt er niet gevoetbald of gefietst.
  23. Er wordt niet met speelgoed gegooid. Ballen voor het voetballen worden alleen buiten gebruikt.
  24. De kinderen mogen niet rennen op de groepen.
  25. De loopauto’s op de groepen worden niet buiten gebruikt en zijn niet voor de grotere peuters.
  26. Let bij het openen van de deuren zonder glas eventueel kinderen die achter die deur spelen of zitten.
  27. Electrische apparaten worden hoog geplaatst.
  28. Decoraties worden hoog opgehangen.
  29. Koordjes en raamdecoraties hangen hoog.
  30. Meubilair en speelgoed regelmatig controleren op splinters en scherpe kanten.
  31. Kinderen mogen zelf geen stekkers verwisselen.
  32. Op de bank gaan we zitten.
  33. Kinderen mogen niet op de vensterbank.

 Bijzondere ruimtes

  1. Serverruimte in de sanitaire ruimte BSO en personeel is altijd op slot.
  2. Meterkast dient te allen tijde gesloten zijn.
  3. Berging en CV-ruimte is niet toegankelijk voor kinderen.

 Buitenruimte

  1. Buitenhekpoort naar de stoep openbare weg is altijd dicht met het speciale kinderslot.
  2. Tussenpoort is altijd dicht maar niet op slot (brandveiligheid).
  3. Tijdens buitenspelen moeten beide poortjes (tussenpoort en buitenhekpoort) altijd dicht zijn.
  4. Tijdens het buiten spelen moet altijd actief toezicht worden gehouden op de kinderen. Extra toezicht als het zwembadje is geplaatst, bij het moestuintje en als kinderen klimmen.
  5. Voordat de kinderen naar buiten gaan altijd de buitenruimte (zandbak/ tuinhuisje/ speeltoestel/ moestuinbak) nakijken op (veiligheids) mankementen zoals obstakels, zwerfvuil, oneffenheden enz. en direct opruimen/ melden.
  6. Kinderen mogen niet hard rennen, alleen rennen op het gras ivm botsen en omverlopen.
  7. Niet te veel loopauto’s en fietsen tegelijk buiten laten.
  8. Kinderen mogen niet rennen bij de speeltoestellen.
  9. Voordat de kinderen naar buiten gaan controleren of de poorten (tussenpoort en buitenhekpoort) zijn gesloten en of het hekwerk/ omheining nog goed is.
  10. Voldoende loopruimte creëren om speeltoestellen heen.
  11. Obstakels, zoals prullenbakken, buiten looproute plaatsen.
  12. De parasolvoet alleen gebruiken MET parasol (anders in schuurtje zetten)
  13. Het is niet toegestaan voor de kinderen om te spelen bij het fietsenrek.
  14. Als langs de speelplaats een voorbijganger aandacht geeft aan de kinderen of een praatje met hen aanknoopt gaat er altijd een medewerker heen om dit in de gaten te houden.
  15. Wanneer ouders hun kind ophalen terwijl het kind nog aan het buitenspelen is, dienen zij binnendoor naar de buitenspeelplaats te gaan. Dit om te voorkomen dat er een kind onverhoopt buiten het speelplein komt doordat het hekje open gaat.
  16. Ook vragen we ouders/ verzorgers hun kind niet over het hek te tillen.
  17. Ouders sluiten de buitenhek poort als ze het terrein verlaten. Iedereen houdt hier toezicht op.

 

Aanmelden

Wilt u meer informatie over onze mogelijkheden, vul dan het aanmeldformulier in. 

Aanmeldformulier

Don't have an account yet? Register Now!

Sign in to your account